Schuldenwijzer is een platform dat mensen met schulden een eenvoudig, beveiligd en online inzicht geeft van de eigen schulden en daarbij horende informatie.
Juridisch nieuws
Gedaagde verweert dat op het dagvaardingsexploot ten onrechte niet de naam en functie van de deurwaarder en evenmin er een natte handtekening op staat. De kantonrechter constateert dat op de eerste pagina van de dagvaarding een stempel met de voornamen, de naam en het kantooradres van de deurwaarder staat en dat de dagvaarding op de laatste pagina (in kleur) door de deurwaarder is ondertekend. Hiermee voldoet de dagvaarding aan de eisen van artikel 45 lid 2 sub c en lid 5 Rv. Het verweer van gedaagde op dit punt wordt dan ook verworpen door de kantonrechter.
Schade door niet afdragen van loon aan gerechtsdeurwaarder door werkgever? Blijkens de dagvaarding legt persoon A aan de vordering concreet ten grondslag dat rijschool B geen loon aan de gerechtsdeurwaarder heeft afgedragen. Persoon A heeft echter nagelaten om concreet te stellen (en gelet op de gemotiveerde betwisting van rijschool B , te onderbouwen) welke schade hij ten gevolge daarvan heeft geleden. Zijn tijdens de mondelinge behandeling ingenomen standpunt dat het gevorderde bedrag in een door de gerechtsdeurwaarder mogelijk aanhangig te maken verklaringsprocedure ex artikel 477a lid 1 Rv één op één van rijschool B zou zijn gevorderd, heeft niet als een afdoende onderbouwing van de door persoon A geleden schade te gelden. De kantonrechter kan zich voorstellen dat de schade van persoon A zou kunnen bestaan uit doorlopende wettelijke rente en kosten voor de extra door de gerechtsdeurwaarder te verrichten incassohandelingen, maar ter zake daarvan heeft persoon A niets gesteld.
Art. 81 lid 1 RO. Procesrecht. Strafrechtelijk beslag (art. 94a Sv). Geldlening ten behoeve van aankoop onroerend goed. Recht van hypotheek. Conservatoir derdenbeslag op lening (art. 94a lid 2 Sv). Doorverkoop onroerend goed vrij van hypotheken. Doorhaling. Aflossing lening. Aanvullende voorwaarden voor vervangende zekerheidsstelling (art. 118a Sv). Nadeel?
Uitleg van overeenkomst tot uitstel van de tenuitvoerlegging van een onherroepelijk arrest. Strekten de betalingen die de geëxecuteerde op grond van die overeenkomst verrichtte in mindering op hetgeen hij ingevolge het arrest moest voldoen? Dwaling? Bedreiging (art. 3:44 lid 2 BW)? Misbruik van omstandigheden (art. 3:44 lid 4 BW)? Matiging ex art. 6:94 BW? Art. 6:248 lid 2 BW.
Dwangsom. Is sprake van een onmogelijkheid in de zin van artikel 611d Rv?
Kort geding opheffing beslag en levering aandelen. Vordering 2:248 BW in dit geval wel overdraagbaar. Ratio van HR 17-9-1990, ECLI:NL:HR:2009:AB9949 gaat hier niet op.
Resultaatafhankelijke beloning incassowerkzaamheden advocaat. Rol van Gedragsregels advocatuur en Verordening voor de advocatuur bij de beoordeling. Rechtmatigheid conservatoir beslag op derdenrekening.
Rangregeling. Voorlopige staat van verdeling. Begrote bedrag in beslagverlof is niet het maximumbedrag waarvoor beslag is gelegd. Nog niet aanhangig gemaakte ontnemingsmaatregel waarvoor conservatoir beslag ex artikel 94a Sv is gelegd is een zuiver toekomstige vordering die niet in de rangregeling meedeelt.
Vervolg van ECLI:NL:RBAMS:2021:3120. Beslag in India op schip vanwege bunkervordering. Betekenis van beslissing van Indiase rechter in een procedure tussen dezelfde partijen over hetzelfde onderwerp voor deze procedure. Onrechtmatig beslag.
IPR; vordering tot betaling van uitgestelde bruidsgave. Dezelfde vordering is eerder aanhangig gemaakt bij de Iraanse rechter. Litis pendentie? Art. 12 Rv niet van toepassing wanneer litis pendentie zich voordoet in de verhouding tot een vreemde staat waarmee Nederland geen – bilateraal of multilateraal – executieverdrag heeft. Dat de buitenlandse beslissing via erkenning op grond van HR 26 september 2014 (Gazprombank) kan leiden tot een Nederlandse executoriale titel is ontoereikend voor de toepassing van art. 12 Rv.