Schuldenwijzer is een platform dat mensen met schulden een eenvoudig, beveiligd en online inzicht geeft van de eigen schulden en daarbij horende informatie.
Juridisch nieuws
Vorderingen in het incident ex artt. 351 en 235 afgewezen. Bij die vorderingen bestaat geen belang meer omdat de executie al is voltooid.
Klacht tegen gerechtsdeurwaarder. Onzorgvuldig handelen berekening beslagvrije voet. Communicatie. Klacht gegrond. berisping
De vorderingen van eiser in conventie, tot wijziging van de dwangsom dan wel tot de veroordeling van gedaagde om de appèldagvaarding door te halen worden afgewezen. De vordering van gedaagde in reconventie, tot het opheffen van het beslag, wordt toegewezen, nu naar het voorlopig oordeel van de voorzieningenrechter geen dwangsommen door gedaagde zijn verbeurd.
Art. 730 Rv. Doorhaling vervallen beslagen. Leveringsbeslag dient te worden gevolgd door eis in de hoofdzaak die, bij toewijzing, executoriale titel oplevert waarmee levering van onroerende zaak kan worden gerealiseerd. Gevorderde verklaring voor recht is dat in het onderhavige geval niet.
Anders dan de voorzieningenrechter van de rechtbank verleent het hof BAM toestemming onder AZ Vastgoed conservatoir derdenbeslag te leggen voor een bedrag van bijna 5 miljoen euro. Of grond bestaat voor het leggen van conservatoir beslag wordt beslist na summier onderzoek en waaruit blijkt van de deugdelijkheid van de vordering tot verzekering waarvan het beslag strekt. Het hof geeft daarmee geen voorlopig oordeel over de gegrondheid van die vordering. BAM heeft summierlijk de deugdelijkheid van de door haar gestelde vordering aangetoond. Het hof neemt daarbij mede in aanmerking dat BAM voldoende onderbouwd heeft gesteld dat AZ Vastgoed grote schulden heeft en de voetbalindustrie zware financiële gevolgen heeft ondervonden van de coronapandemie, en voorts dat het leggen van een beslag hier te lande geen prioriteit schept en dat de vorderingen waarvoor BAM beslag beoogt te leggen geen bevoorrechte vorderingen zijn.
Executiegeschil boetes vanwege overtreden concurrentiebeding bewijslast beslaglegger. Executiegeschil naar aanleiding van executoriaal derdenbeslag op maandsalaris van beslagene uit hoofde van een vonnis van de rechtbank waarin de beslagene is veroordeeld tot het nakomen van een concurrentiebeding op straffe van de boete (zoals tussen partijen was overeengekomen in een door hen gesloten samenwerkingsovereenkomst). Schuldeiser stelt dat boetes verbeurd zijn in de periode voordat vonnis was gewezen en legt executoriaal beslag uit hoofde van de verbeurde boetes. Analoog toepassen jurisprudentie Hoge Raad waarin is bepaald dat in het geval een partij is veroordeeld tot het iets doen of nalaten op straffe van een dwangsom, de executant in geval van betwisting zal moeten bewijzen dat de geëxecuteerde niet aan de hoofdveroordeling heeft voldaan.
Ondanks de aanzienlijke hoeveelheid aangevoerde feiten en omstandigheden is door verzoekers niet dan wel onvoldoende aannemelijk gemaakt dat, van de zijde van gerekestreerden, ten aanzien van verzoekers sprake is geweest van een jarenlange eensgezinde uitvoering van een medio 2016 door (een deel van de) gerekestreerden opgezet stappenplan om hem zonder vergoeding zijn belang in de CV te ontnemen. Uit de door verzoekers geschetste gang van zaken blijkt onvoldoende van concrete aanknopingspunten die de door verzoekers beoogde gevolgtrekking (conservatoir beslag) kunnen rechtvaardigen. Een en ander brengt naar het oordeel van de voorzieningenrechter mee dat, na summierlijk onderzoek, het verzoek tot verlof voor het doen leggen van conservatoir beslag zoals verzoekers voor ogen heeft niet voor inwilliging in aanmerking komt. De voorzieningenrechter weigert het gevraagde verlof.
KG. Geschil over de vraag of eiser jegens gedaagde dwangsommen heeft verbeurd. Aannemelijk is dat € 100,00 aan dwangsom is verbeurd. Dat is zo laag dat het gevorderde verbod op het leggen van executoriaal beslag wordt toegewezen.
Notariskosten zijn aan te merken als executiekosten. Eiseres heeft de gemaakte notariskosten voldoende onderbouwd. Toewijzing.
Verklaringsprocedure derdenbeslag. Door faillissement van de schuldenaar is derdenbeslag van rechtswege beëindigd (33 Fw). Nu het derdenbeslag beëindigd is, is tevens de grondslag onder de gevorderde gerechtelijke verklaring (artikel 476a lid 2 Rv en 476b lid 2 Rv) komen te vervallen. De eisers hebben ook geen ander belang bij beoordeling. De vordering wordt afgewezen.