Juridisch nieuws

Nietige dagvaarding ten gevolge van onjuiste betekening. Proceskostenveroordeling.

Overeenkomst van geldlening. Beroep op verjaring van schuldenaar afgwezen, omdat schuldeiser de verjaring tijdig heeft gestuit. Schuldeiser hoefde stuitingsbrief niet (tevens) te versturen en/of te betekenen aan een door gedaagde genoemd postadres.

Vordering van bewindvoerder. Verhaal op onder bewind gesteld vermogen. Tijdige stuiting. Werking domiciliekeuze. Ongerechtvaardigde verrijking.

Vraag of recht op gebruik- en bewoning van een woning is geëindigd. Vraag wordt bevestigend beantwoord omdat voorwaarde daarvoor is vervuld. Gevorderde ontruiming wordt toegewezen.

Kort geding. Eisers hebben bewijsbeslag onder gedaagden gelegd en vorderen in conventie onder meer afgifte van de beslagobjecten die de deurwaarder heeft geselecteerd. Deze vordering wordt afgewezen, omdat van een spoedeisend belang daarbij niet is gebleken en vanwege het ontbreken van een rechtmatig belang. De vordering in reconventie tot het opheffen van het bewijsbeslag wordt ook afgewezen, omdat gedaagden niet aannemelijk hebben gemaakt dat zij last hebben van de beslagen. Compensatie proceskosten.

Kort geding. Vordering tot ontruiming in verband met huurachterstand toegewezen. Vordering van de contractuele boete afgewezen. Het beding zoals opgenomen in de huurovereenkomst is oneerlijk omdat de boete niet is gemaximeerd en daardoor kan de boete oneindig oplopen.

Verklaringsprocedure. Door faillissement is derdenbeslag komen te vervallen en kan deugdelijkheid verklaring niet meer worden onderzocht. Proceskosten komen voor rekening gedaagde, omdat verklaring op goede gronden is betwist.

Hoofdsom betaald voor dagvaarding, alleen rente en incassokosten.

De voorzieningenrechter veroordeelt gedaagde binnen 48 uur na betekening van dit vonnis het onder de SVB gelegde beslag op de AOW-uitkering van eiseres op te heffen, en de bedragen die de SVB aan de deurwaarder heeft overgemaakt binnen 48 uur op de rekening van eiseres of haar advocaat over te boeken, onder gelijktijdige opgave van de geïncasseerde bedragen.

De Raad oordeelt dat de berekening voor het aflossen van de schuld bij de Svb voorlopig anders moet worden uitgevoerd. Voor een AOW-gerechtigde, die een schuld heeft bij de Svb, betekent deze uitspraak dat het af te lossen maandelijkse bedrag lager wordt. Hiermee worden de ongewenste en onvoorziene effecten voor AOW-gerechtigden als gevolg van de invoering van Wet vereenvoudiging beslagvrije voet teniet gedaan.