Juridisch nieuws

Gedaagde heeft als deurwaarder beslag gelegd op de voertuigen van eiser. Eiser stelt dat gedaagde daarmee onrechtmatig heeft gehandeld en vordert € 3.400,00 aan schadevergoeding. De kantonrechter oordeelt dat gedaagde niet onrechtmatig heeft gehandeld en dat er ook geen sprake is van schade wijst de vordering van eiser af.

Sint Maarten; huurachterstand en ontruiming agv Covid-2019 crisis.

De eigenaar van een woning wil de executieverkoop voorkomen die het CJIB in gang heeft gezet, maar krijgt ongelijk van de rechter.

Beschikking. Verzoek om te bepalen dat en binnen welke termijn tot verkoop en overdracht van de in beslag genomen aandelen wordt overgegaan en op welke wijze en onder welke voorwaarden de verkoop moet plaatsvinden. Toewijzing.

Gedaagde heeft als deurwaarder beslag gelegd op de voertuigen van eiser. Eiser stelt dat gedaagde daarmee onrechtmatig heeft gehandeld en vordert € 3.400,00 aan schadevergoeding. De kantonrechter oordeelt dat gedaagde niet onrechtmatig heeft gehandeld en dat er ook geen sprake is van schade wijst de vordering van eiser af.

Kort geding. Opheffen executoriaal derdenbeslag. Einde beslag door afdracht derde-beslagene aan deurwaarder. Geen misbruik executiebevoegdheid. Geen kennelijke misslag. Vereenzelviging.

Onrechtmatige daad. Voorzieningenrechter met valse verklaringen en documenten onjuist geïnformeerd. Executoriaal beslag opgeheven. Vergoeding advocaatkosten in hoger beroep alsnog toegewezen als schade.

Kort geding. Executiegeschil. Geen kennelijke misslag. De belangen van eiser om gedurende het hoger beroep in de woning te blijven wonen wegen niet zwaarder dan de belangen van gedaagde om het vonnis ten uitvoer te kunnen leggen. De vorderingen worden afgewezen.

Kort geding. De partner van appellante wordt vermoed rechthebbende van de motor te zijn. Appellante is er voorshands niet in geslaagd het bewijsvermoeden te weerleggen. Het beslag wordt niet opgeheven.

Verbintenissenrecht; vordering bank op appellant is bij onherroepelijk arrest vastgesteld; bank heeft via executoriaal beslag maandelijks bedragen geïncasseerd. Appellant stelt in deze procedure dat de bank een te hoog bedrag heeft geïncasseerd omdat mondeling een schikking was overeengekomen, tegen finale kwijting. Hij beroept zich hierbij op een brief waarin hij de mondelinge afspraken heeft neergelegd en een brief van de deurwaarder ter bevestiging daarvan. De bank betwist de echtheid van de brieven en voert gemotiveerd verweer. Het hof concludeert dat appellant zijn stellingen, gelet op al hetgeen de bank ter onderbouwing van haar betwisting heeft aangevoerd, onvoldoende heeft onderbouwd. De omstandigheid dat appellant zijn stellingen tijdens de procedure herhaaldelijk heeft aangepast, draagt ook niet bij aan de geloofwaardigheid van zijn stellingen. Aan bewijslevering wordt niet toegekomen.