Schuldenwijzer is een platform dat mensen met schulden een eenvoudig, beveiligd en online inzicht geeft van de eigen schulden en daarbij horende informatie.
Juridisch nieuws
Executiegeschil: Schending van artikel 21 Rv in de procedure die heeft geleid tot het te executeren verstekvonnis wordt meegewogen in de belangenafweging in deze procedure. Dit leidt ertoe dat de kantonrechter oordeelt dat de belangen van eiser bij behoud van de bestaande situatie groter zijn dan de belangen van gedaagde bij tenuitvoerlegging van het vonnis. Het gevorderde verbod tot tenuitvoerlegging wordt toegewezen. De gevorderde dwangsommen worden afgewezen nu gedaagde expliciet heeft toegezegd zich aan het vonnis van de kantonrechter te zullen houden.
Kort geding. Verstek. Vordering tot ontruiming woning wegens huurachterstand. Toewijzing ontruiming. Afwijzing dwangsom bij gebrek aan belang. Matiging gevorderde boete. Afwijzing incassokosten, onjuiste 14-dagenbrief. Afwijzing gevorderde executie- en ontruimingskosten.
Consumentenrecht. Consument heeft betalingsachterstand bij waterleidingbedrijf. Ambtshalve toetsing.
Bestuurdersaansprakelijkheid. Uit de derdenverklaring blijkt dat het conservatoir beslag van eisers onder de moedermaatschappij doel heeft getroffen. In de executoriale fase blijkt de beslagen vordering te zijn voldaan, waardoor de beslaglegger met lege handen achter blijft. De rechtbank is van oordeel dat gedaagde een persoonlijk ernstig verwijt treft voor de benadeling van eisers, en veroordeelt gedaagde tot betaling van een schadevergoeding ter hoogte van de beslagen vordering.
Eiser heeft een vordering ingesteld omdat gedaagde een huurachterstand heeft. Gedaagde heeft gesteld dat hij heeft betaald. Daar heeft eiser niet meer op gereageerd, terwijl zij daar wel de mogelijkheid toe heeft gehad. De kantonrechter gaat er daarom vanuit dat het verweer van gedaagde juist is. De vordering tot betaling en ontbinding+ontruiming wordt afgewezen.
Gelet op de feiten en omstandigheden had bij het betekenen van de dagvaarding voorbij moeten worden gegaan aan de gegevens van verweerder in de BRP. Het exploot van dagvaarding is niet rechtsgeldig betekend, waardoor het aan een gebrek lijdt dat nietigheid met zich meebrengt. Dit heeft als gevolg dat op grond van artikel 121, eerste lid, Rv geen verstek tegen de man kan worden verleend. Nu aannemelijk is dat het exploot de man niet heeft bereikt, moet op grond van het derde lid van genoemd artikel de nietigheid van het exploot worden uitgesproken.
rechthebbende op saldo kwaliteitsrekening deurwaarder na faillissement, incasso-opdrachtgever of schuldeiser, gebruikmaking privérekening tbv automatische afschrijving, art. 19 Gerechtsdeurwaarderswet, wettelijk afgescheiden vermogen
Opdracht aan gerechtsdeurwaarder was beperkt tot het verrichten van ambtshandelingen. Gerechtsdeurwaarder mocht in dit geval alleen de Btag-tarieven in rekening brengen en niet een succes-fee, aangezien niet is gebleken van afspraken hierover tussen partijen.
Verjaring en stuiting. Appellant had een hypothecaire geldlening en er ontstond achterstand in de aflossingen. De bank heeft na executoriaal beslag op het loon van appellant (2010) de woning executoriaal verkocht (2012) waarna er nog een restschuld was. Op die restschuld bleef het loonbeslag liggen en de inhouding daarvan heeft tot medio 2021 plaatsgevonden. Daarna heeft appellant een kort geding aangespannen met de stelling dat de vordering van de bank was verjaard, want niet (tijdig) gestuit. De vraag ligt in de bodemprocedure voor. De rechtbank oordeelde dat de vordering tot betaling van de restschuld niet is verjaard (RBMNE:2022:3318). In deze zaak moet beoordeeld worden of het door de bank gelegde executoriale loonbeslag waarbij iedere maand een bedrag wordt geïnd van de schuldenaar, als een maandelijks terugkerende stuitingshandeling moet worden beschouwd. Het hof oordeelt analoog aan artikel 3:316 lid 1 BW dat met de maandelijkse inning van het executoriaal loonbeslag door de bank iedere maand sprake is van een daad van rechtsvervolging. Daarmee is aan de schuldenaar (appellant) bekend dan wel wordt hij geacht ermee bekend te zijn dat de bank de vordering niet wil prijsgeven en nog steeds nakoming (betaling van de schuld) verlangd. Daarbovenop is het niet nodig – mede in het kader van een praktisch en vlot rechtsverkeer én de rechtszekerheid – dat de bank iedere vijf jaar ook nog een stuitingsbrief (in de zin van artikel 3:317 lid 1 BW) stuurt, nu de schuldenaar weet dan wel redelijkerwijs ermee rekening moet houden dat hij ook na het verstrijken van de verjaringstermijn zijn gegevens en bewijsmateriaal bewaart en de bank ondubbelzinnig steeds (iedere maand) recht op nakoming wenst.
Het is aan de rechter te bepalen hoe de behandeling van een zaak plaatsvindt. De rechter heeft de regie over de gang van zaken. De zaak betreft een executiegeschil. Er is schorsing van de executie gevorderd. De rechter heeft het verschil uitgelegd wat in dat geschil kan worden aangevoerd en in hoger beroep. Wrakingsvezoek afgewezen.