Schuldenwijzer is een platform dat mensen met schulden een eenvoudig, beveiligd en online inzicht geeft van de eigen schulden en daarbij horende informatie.
Juridisch nieuws
Civiel. Schadevergoeding, onverschuldigd zijn betaald, ontvankelijkheidsverweer.
Kort geding; verstek. Vordering tot het gedogen van het doen van onderzoek in verband met lekkage en het eventueel verrichten van herstelwerkzaamheden toegewezen. De vordering tot tijdelijke ontruiming, in het geval gedaagde niet vrijwillig meewerkt, is ook toegewezen, voor zover noodzakelijk.
Huurrecht. Het hof wijst de vorderingen tot betaling van achterstallige huur en de ontbinding van de huurovereenkomst toe. Het verweer van de huurder dat er gebreken aan de woning waren, slaagt niet. De vordering tot verhoging van dwangsommen verbonden aan een in kort geding uitgesproken verbod, wordt afgewezen.
Toewijzing ontbinding en ontruiming, huurachterstand, in een eerdere procedure werd huurder reeds een tweede kans gegeven.
Vonnis na verwijzing 438 Rv. Geen toetsing van buitenlands betalingsbevel naar Italiaans recht. Op juiste wijze betekend, ondanks weigering schuldenaar. Certificaat ex 53 Brussel I bis-Vo afgegeven. Executie mag getoetst worden aan 438 Rv. Hier: incasso van deels al lang betaalde bedragen. Onrechtmatig, volgt gedeeltelijk verbod.
Kort geding. Artikel 705 lid 2 Rv jo. 6:51 lid 2 BW. Vordering opheffing conservatoir beslag. Het Rotterdams Garantieformulier 2008, waarbij uitbetaling volgt in geval van vonnis (of arrest) dat in kracht van gewijsde is gegaan, biedt voldoende zekerheid. Dat neemt niet weg dat een belangenafweging moet plaatsvinden en dat de uitkomst daarvan kan zijn dat het beslag, ondanks de aangeboden zekerheidsstelling, toch moet blijven liggen. In deze zaak valt die belangenafweging uit in het voordeel van eiseres. De vordering tot opheffing van het conservatoire scheepsbeslag wordt toegewezen.
Huurzaak; Huurder huurt een woning en heeft een huurachterstand laten ontstaan. De kantonrechter toetst ambtshalve de huurovereenkomst aan het Europese en Nederlandse consumentenrecht, in het bijzonder aan de Richtlijn 93/13 EG. Het beding inzake de buitengerechtelijke kosten wordt oneerlijk verklaard en vernietigd. Een beroep op de wettelijke regeling is niet mogelijk. Geen strijd met de rechtszekerheid. Mogelijke onwenselijke maatschappelijke gevolgen van het vernietigen van in huurovereenkomsten voorkomende oneerlijke bedingen in de zin van de Richtlijn vormen geen grond om toch de wettelijke regeling toe te passen. De kantonrechter overweegt ten overvloede dat de mogelijkheid om de huurovereenkomst of algemene voorwaarden te wijzigen niet strikt beperkt lijkt te zijn tot de “redelijk aanbod-”procedure van artikel 7:274 lid 1 onderdeel d BW. Artikel 7:213 BW brengt, wat de huurder betreft, mee dat deze onder de geschetste omstandigheden een aanbod van de verhuurder tot schrapping van het oneerlijke beding ter zake van de buitengerechtelijke kosten of tot vervanging van dit oneerlijke beding door een eerlijk beding behoort te aanvaarden, nu daarmee het doel van de Richtlijn die strekt ter bescherming van de consument en erop gericht is oneerlijke bedingen uit overeenkomsten te verwijderen, wordt bereikt.
KG. Executiegeschil n.a.v. een verstekvonnis in KG dat in kracht van gewijsde is gegaan. De Hoge Raad heeft in zijn arrest van 20 december 2019 (ECLI:NL:HR:2019: 2026, Zeester) een nieuwe toetsingsmaatstaf neergelegd voor een vordering tot schorsing van de tenuitvoerlegging van een rechterlijke uitspraak in kort geding. Daarbij is hij teruggekomen van zijn uitspraak die is ingezet met het arrest van 22 april 1983 (ECLI:NL:HR:1983:AG4575, Ritzen/Hoekstra), maar alleen voor zover het gaat om de tenuitvoerlegging van een uitspraak waartegen een rechtsmiddel, verzet of cassatieberoep is ingesteld of nog openstaat. In de situatie van een uitspraak waartegen geen rechtsmiddel (meer) openstaat, zoals hier aan de orde, blijft de maatstaf van het Ritzen/Hoekstra-arrest gelden (zie r.o. 5.7.1. en 5.7.2. van het Zeester-arrest). Die maatstaf houdt in dat de voorzieningenrechter de schorsing van de tenuitvoerlegging van dat vonnis slechts kan bevelen ingeval van – kort gezegd – misbruik van bevoegdheid (artikel 3:13 BW). Volgt toepassing van het Ritzen/Hoekstra-arrest.
Incasso van openstaande geldvordering. Correspondentie per email; onbereikbaarheid van de debiteur; beroep op verjaring ontoelaatbaar?
Onrechtmatige daad, executieverkoop auto, niet hoogst mogelijke opbrengst behaald door deurwaarder. Vorderingen afgewezen.