Van Beukering-Huijbregts: “De overheid is de grootste schuldeiser in Nederland. Het probleem is nu dat schuldenaren met meerdere partijen te maken krijgen als ze een schuld bij de overheid hebben. Ze ontvangen bijvoorbeeld aparte betalingsherinneringen van het CJIB, de Belastingdienst en andere semi-overheidsinstellingen. Als we die zouden samenvoegen en één herinnering vanuit een centraal incassobureau zouden sturen, heeft de schuldenaar nog maar te maken met één schuldeisende overheidspartij. Dan voorkomen we dat de facturen zich opstapelen. Bovendien kunnen dan makkelijker afspraken worden gemaakt over betaling en schuldhulp. Als iemand bijvoorbeeld is aangemeld voor gemeentelijke schuldhulp, is het eenvoudiger te regelen om de incasso’s bij álle overheidspartijen tijdelijk stop te zetten. Dan kunnen we de pauzeknop makkelijker indrukken.”
Brouwer: “Als gerechtsdeurwaarders herkennen we het probleem van gebrekkige samenwerking bij de overheid. Naast gerechtsdeurwaarders kunnen burgers te maken krijgen met een belastingdeurwaarder, een waterschapsdeurwaarder of een gemeentelijke deurwaarder. Die hebben allemaal een eigen belang. Wij bieden aan om bij het tenuitvoerleggen van overheidsvorderingen gebruik te maken van de onafhankelijkheid van de gerechtsdeurwaarder. Ook internationaal wordt daar inmiddels voor gepleit. Zo is de overheid als schuldeiser niet langer degene die ook komt vorderen, wat we bijvoorbeeld bij de toeslagenaffaire bij de Belastingdienst zagen gebeuren. Bovendien blijft de gerechtsdeurwaarder niet op afstand, maar komt hij ook voor kleinere vorderingen aan de deur. Dan kun je een gesprek over de situatie hebben en zie je wat er aan de hand is. Maatwerk kun je alleen leveren als je praat met de mensen zelf.”
Van Beukering-Huijbregts: “Daar ben ik het wel mee eens. Ik schrik er van dat bepaalde overheidspartijen niet eens de moeite nemen om persoonlijk bij mensen langs te gaan. Daarmee help je mensen niet. Gerechtsdeurwaarders die aan de deur komen, kunnen problematische schulden eerder signaleren. Daarmee ontstaat de mogelijkheid om mensen wél op maat te helpen. Wie kan betalen, met een goede regeling en wie niet kan betalen door ze goed door te verwijzen en incassoprocedures stop te zetten.”
Van Beukering-Huijbregts ziet in haar partijprogramma ook een grotere rol voor de gemeente als het gaat om het minnelijke traject van de schuldhulpverlening en de wettelijke schuldsanering. Eind februari diende ze een motie in om die twee trajecten samen te voegen. “In het hele minnelijke traject om tot een oplossing te komen, ben je afhankelijk van de medewerking van de schuldeisers. Ook als de situatie van de burger met schulden uitzichtloos is, is één schuldeiser die niet meewerkt al een belemmering: dan is een gang naar de rechter nodig om een schuldsaneringstraject te kunnen starten. Dat is voor veel gemeenten een gang te veel. Bovendien zijn mensen soms acht jaar met hun schuld bezig. Om het beste uit zowel het minnelijke traject als de schuldsanering te halen, willen we er één traject van maken. Dat zorgt ervoor dat gemeenten sneller kunnen doorschakelen naar de wettelijke schuldsanering en daarmee schuldeisers, maar ook schuldenaren dus verplichten om mee te werken. Per saldo is daarmee iedereen beter af.”
Brouwer: “Mensen met problematische schulden zien we soms jarenlang in onze systemen staan, zonder dat er verbetering zit in de afloscapaciteit. Een gerechtsdeurwaarder kan dan de diagnose stellen dat het beter is om te starten met schuldsanering. Met dat duwtje voorkom je veel ellende voor de schuldenaar en geef je de schuldeiser meer hoop en duidelijkheid.”
Van Beukering-Huijbregts: “Bij mensen met schulden is het belangrijk de stress weg te nemen. Dat vraagt om een overzichtelijk schuldhulptraject, waarin je mensen desnoods tegen zichzelf in bescherming neemt door budgetbeheer. Maar wat ik óók belangrijk vind, is om naar de lange termijn te kijken. Voor kinderen is het bijvoorbeeld extra belangrijk dat ze leren hoe ze verstandig met geld om kunnen gaan. Niet alle kinderen krijgen dat nu mee.”
Brouwer: “Een zetje geven helpt. Wat ons betreft gaan ook voor het minnelijke schuldhulptraject bindende spelregels gelden. Bijvoorbeeld door hieraan verplicht een cursus te koppelen voor goed financieel beheer.”
Van Beukering-Huijbregts: “Zeker. Als je je als schuldenaar aanmeldt voor een schuldhulptraject, dan gaan we wat mij betreft ook echt met je aan de slag. Daar kan zo’n afspraak heel goed onderdeel van zijn.”
Ook dit debat online bijwonen? Registreer je dan via Eventbrite.