De verplichting tot ambtshalve toetsen en het zo nodig nemen van extra instructiemaatregelen beperkt zich inmiddels niet meer tot oneerlijke bedingen, maar strekt zich uit tot ambtshalve toetsen en toepassen van in beginsel alle consument beschermende richtlijnen. De Rechtspraak heeft inmiddels drie rapporten gepubliceerd over dit onderwerp.
Voor de toepassing in de praktijk is een informatieformulier opgesteld en is door de Rechtspraak een experimenteerperiode bepaald, vermoedelijk tot eind 2020. De Rechtspraak heeft aangekondigd intern te evalueren en de KBvG heeft aangeboden om ook vanuit de opdrachtgevers, schuldeisers en gerechtsdeurwaarders de inzichten over de afgelopen periode te delen, zodat de rechtspraak deze informatie mee kan nemen bij haar eigen evaluatie.
Daar zijn belangrijke redenen voor, zo valt te lezen in het KBvG rapport:
- Door de invoering van het informatieformulier maakt elke eiser, opdrachtgever en gerechtsdeurwaarder vooraf een afweging om te beoordelen de zaak wel of niet voor de rechter te willen brengen. Hierbij spelen niet alleen juridische afwegingen een rol, maar ook bedrijfseconomische afwegingen. Is het de (financiële) moeite wel waard, gelet op al het werk wat moet worden verricht om een zaak voor te leggen aan de rechter. Administratieve kosten, bijvoorbeeld om alle in het kader van het formulier gevraagde stukken te vergaren, kosten een eiser (los van de kosten van het beteken van de dagvaarding) al snel meer dan € 200. Bij een zaak met een belang van bijvoorbeeld € 100, leidt een poging tot verkrijging in rechte daarmee al snel tot een kapitaalvernietigende activiteit.
- Rechters bekijken elke zaak naar haar individuele merites. Echter opdrachtgevers, eisers en gerechtsdeurwaarders kijken eveneens naar de processen achter een zaak. Immers die ene zaak die niet betaald is en wordt aangebracht, wordt via ambtshalve toetsing beoordeeld op het hele proces waarin de overeenkomst tot stand is gekomen. Op deze wijze worden dus indirect de collectieve (soms massale) verkoopprocessen en contracteringsprocessen van eisers en opdrachtgevers beoordeeld. De individuele uitspraak heeft per direct impact op grote portefeuilles van in het verleden afgesloten contracten.
- De aard van de vorderingen die binnen het bestek van de werkwijze met het formulier vallen, betreffen soms vorderingen met een gering belang, zodat appel tegen een gewezen vonnis niet mogelijk is. De weg om via appel de individuele beoordeling van een zaak, welke impact heeft op een totaal inningsproces bij een opdrachtgever te laten toetsen is hiermee niet beschikbaar.
Klik hier voor het KBvG rapport inzake de ambtshalve toetsing.