Eerdere verzoeken van gerechtsdeurwaarders die ook het beroep van advocaat wilden uitoefenen, werden door de NOvA niet gehonoreerd. Belangrijkste punt van twijfel was de onafhankelijkheid van beide beroepen. Dat bezwaar is nu van tafel. Veth: “De NOvA heeft formeel aangegeven geen bezwaar te hebben en heeft mij ingeschreven als advocaat. De voorwaarde hierbij is dat er op geen enkel moment onduidelijkheid mag bestaan over de rol en hoedanigheid waarin je optreedt en dat de onafhankelijkheid gewaarborgd is. Dat heb ik beloofd en ook geborgd in de bedrijfsvoeringen van beide beroepen.”
Onafhankelijkheid
Om zijn wens advocaat te worden in vervulling te laten gaan, heeft Veth de Advocatenwet erop nageslagen. “In de artikelen van de advocatenwet en de advocatenverordening staat dat een advocaat niet mag samenwerken met een gerechtsdeurwaarder. In verband met mogelijke belangenverstrengeling is dat natuurlijk logisch. Maar mijn verzoek ging niet om een samenwerking, maar om een tweede beroep naast mijn onafhankelijke gerechtsdeurwaardersambt. En dat is niet verboden. Bovendien heb ik duidelijk kunnen maken dat ik mijn werk als gerechtsdeurwaarder strikt scheid van mijn werk als advocaat. Bovendien heeft het ook meegespeeld dat ik het beroep in deeltijd zal uitoefenen en dat ik me toeleg op een specifiek rechtsgebied, namelijk vervoerrecht. Vanzelfsprekend doe ik er alles aan om belangenverstrengeling te voorkomen. Ik heb de toezegging gedaan aan de NOvA en de KBvG dat wanneer de twee beroepen niet verenigbaar blijken te zijn, ik mij weer uitschrijf als advocaat.”
Partijdig én onpartijdig
Het advocatenvak heeft Veth altijd getrokken: “Na mijn studie aan de HEAO ben ik bij toeval gerechtsdeurwaarder geworden en dat ben ik gebleven. Maar ik wilde vroeger altijd al advocaat worden. Ik vind het leuk om mij vast te bijten in complexe zaken en juridische ‘knopen’ op te lossen en daarmee iemand juridisch bij te staan. Daarom werkte ik ook al één dag in de week bij een advocatenkantoor als jurist. Daar werkte ik aan uiteenlopende zaken. Ik ben 15 januari dit jaar als advocaat beëdigd. Als advocaat moet ik een beroepsopleiding van twee jaar volgen, daar ben ik nu mee gestart.”
De beroepen hebben veel raakvlakken: allebei kennen ze een permanente educatie en zijn ze onderworpen aan tuchtrecht. Maar er zijn ook verschillen. “Als advocaat ben ik partijdig en verdedig ik de belangen van mijn cliënt. Als gerechtsdeurwaarder ben ik juist onpartijdig en moet ik rekening houden met de belangen van zowel de schuldeiser als schuldenaar.
Voor Veth is dat best schakelen. “Het werk als advocaat en gerechtsdeurwaarder probeer ik niet op dezelfde dag te doen. Je moet dan toch wisselen van rol en dat kost energie. Ik heb dat aardig opgelost door mijn werk als advocaat te concentreren op donderdag, vrijdag en zaterdag.
Verrijking
De beide ‘petten’ van Veth zijn ook een verrijking, vindt hij. “Vanuit mijn expertise als gerechtsdeurwaarder bekijk ik een zaak van meerdere kanten. Ik merk dan dat ik als advocaat beter en sneller in staat ben om het belang van de tegenpartij te doorzien. Daarnaast merk ik dat we als gerechtsdeurwaarder – doordat de wet dat voorschrijft – erg formeel en gedetailleerd kunnen zijn als het bijvoorbeeld om de tenuitvoerlegging van een vonnis gaat. Als advocaat kun je iets vrijer handelen heb ik gemerkt. Het hoeft iets minder formeel lijkt het wel, de belangen van de cliënt staan voorop. Dat geeft inzicht en nuanceert je blik op beide beroepen.”
Low profile
Veth zal zich als advocaat niet nadrukkelijk profileren. “Ik zoek niet actief naar exposure. Dat past ook bij mijn afspraken met de NOvA en de KBvG. Ik ben selectief als het om het aannemen van opdrachten gaat, ook om de simpele reden dat ik het werk niet fulltime doe. In het netwerk van klanten – voornamelijk transportbedrijven – waarvoor ik werk, merk ik ook dat van de ene opdracht soms de andere komt. Ik kijk eerst even aan hoe dat allemaal loopt.”