Bij 200 van de 352 gemeenten ontbreken de gegevens over het maandelijks gereserveerde vakantiegeld van bijstandsgerechtigden. De rekentools die zijn ontwikkeld in het kader van de Wet vereenvoudigde beslagvrije voet, worden daarmee ‘gevoed’ met onvolledige informatie. Gevolg is dat de berekende beslagvrije voet uitkomt op 90% van de bijstandsnorm. Conform artikel 475dc Rv zou dit 95% van het maandelijkse inkomen moeten zijn: bijstand inclusief 5% vakantietoeslag.
Fout snel ontdekt en gerepareerd dankzij goede samenwerking
Dankzij goede samenwerking tussen de KBvG en andere ketenpartners kwam de fout aan het licht én kan deze nu worden rechtgezet. Hiervoor hebben de partijen samen met het Ketenbureau van SZW alle betrokken gemeenten en gerechtsdeurwaarders een brief gestuurd. Daarin geven ze handreikingen om de foute berekening in de toekomst te voorkomen en naar het verleden toe te repareren. Dat komt in de praktijk vooral neer op dat zowel gemeenten als beslagleggers de BVV controleren en waar nodig verhogen naar 95%. Daarnaast storten gerechtsdeurwaarders het te veel geïnde geld terug.
“Het gaat om een zeer kwetsbare groep mensen,” licht KBvG-voorzitter Michaël Brouwer toe. “Een te laag vastgestelde beslagvrije voet kan voor hen betekenen dat zij financieel in de problemen komen. Ook al gaat het in de regel ‘maar’ om een paar tientjes per maand. Daarom ben ik blij dat we snel hebben kunnen ingrijpen. Bovendien constateer ik dat het systeem van de vereenvoudigde beslagvrije voet (vBVV) goed werkt: in de oude situatie zouden we dit vermoedelijk niet hebben opgemerkt. Dat deze fout relatief snel aan het licht is gekomen, stelt ons met z’n allen in staat om het bestaansminimum van mensen te garanderen.”
Over de KBvG
De Koninklijke Beroepsorganisatie van Gerechtsdeurwaarders (KBvG) is een publiekrechtelijke beroepsorganisatie met een zelfstandige rechtsbevoegdheid. Alle in Nederland gevestigde gerechtsdeurwaarders en waarnemend, toegevoegd en kandidaat-gerechtsdeurwaarders zijn wettelijk verplicht lid. De KBvG heeft tot taak de bevordering van een goede beroepsuitoefening door de leden en van hun vakbekwaamheid.