Met inachtneming van risico-beperkende maatregelen, kan naar haar mening ook onder de huidige omstandigheden in beginsel van de deurwaarder worden gevergd dat hij eerst probeert om een exploot in persoon te betekenen. Ze meent dat er onvoldoende wettelijke grondslag is om aan te nemen dat in de huidige omstandigheden steeds sprake is van een feitelijke onmogelijkheid om op de voet van art. 46 lid 1 Rv in persoon te betekenen (zolang de RIVM-richtlijnen onder meer voorschrijven dat afstand moet worden gehouden).
De KBvG is het met AG De Bock eens dat de wettelijke basis voor deze betekening duidelijker kan. Dat is van groot belang voor alle vanaf medio maart betekende exploten. Daarom wordt nu gewerkt aan een spoedwet die dit wettelij verankert. Op inhoudelijke punten (bijvoorbeeld de vergelijking met de pakketbezorger) is de KBvG het echter sterk oneens met de conclusie van AG De Bock en wij zullen dat ook gemotiveerd aan de Hoge Raad berichten.
Deze conclusie is reden te meer om de art. 47 Rv- betekening in tijden van Corona wettelijk te verankeren. Naar verwachting wordt deze spoedwet vandaag aan de Tweede Kamer gezonden.