Het seminar was een initiatief van de Nederlandse orde van advocaten (NOvA), de Koninklijke Beroepsorganisatie van Gerechtsdeurwaarders (KBvG), de Koninklijke Notariële Beroepsorganisatie (KNB), de Koninklijke Nederlandse Beroepsorganisatie van Accountants (NBA) en de Nederlandse Orde van Belastingadviseurs (NOB). Het was ook een primeur: niet eerder zijn we op deze manier bij elkaar gekomen om een probleem te bespreken waar we allemaal mee te maken hebben. En dat bleek zeer waardevol.
Dineke de Groot opende de bijeenkomst, waarna bestuurders van de organiserende beroepsorganisaties, onder wie ikzelf, kort hun ervaringen deelden met rechtszoekenden die beperkt zelfredzaam zijn. Er waren ook sprekers uitgenodigd om vanuit bredere invalshoeken te reflecteren op de thematiek, en welke rol ze hierin zien voor onze beroepsgroepen. Marianne van den Akker, Ombudsvrouw voor Rotterdam en omgeving, deed dit vanuit de maatschappij, Tweede Kamerlid Songül Mutluer (PvdA) vanuit de landelijke politiek en Quirine Eijkman, lector Toegang tot het Recht, vanuit de wetenschap.
Allemaal onderkenden we dat het doenvermogen verondersteld wordt in ons rechtssysteem, maar in de praktijk vaak ontbreekt. Laaggeletterdheid of een licht verstandelijke beperking maar ook een live-event zoals een echtscheiding of het verlies van een partner kunnen dit doenvermogen aantasten. In dat geval komen mensen niet uit zichzelf bij een notaris of advocaat. Voor onze beroepsgroep ligt dat anders: wij komen aan de deur.
De insteek van mijn bijdrage was: aan en achter die deur krijgen wij veel te horen. Mensen vertellen bijvoorbeeld dat ze zijn gaan samenwonen, de één heeft schulden, maar er is niet vastgelegd van wie de spullen zijn. Of we maken uit een verhaal op dat iemand mogelijk slachtoffer is geworden van fraude door derden. Wat wij dan kunnen doen en ook doen, is adviseren om naar een notaris te gaan, of doorverwijzen naar het juridisch loket. Maar dan is het nog altijd de burger zelf die in actie moet komen. Wat lang niet altijd gebeurt, simpelweg omdat het doenvermogen ontbreekt. Met alle gevolgen van dien.
Dat moet en dat kan anders. Het zogenaamde filtermodel dat wij voorstaan kan een deel van de oplossing zijn. Daarin bieden we vorderingen actief aan bij de rechterlijke macht – de burger hoeft alleen kenbaar te maken of en hoe hij de vordering erkent. Voor vorderingen waarvoor bijstand van een advocaat nodig is of waar andere ondersteuning passend is, ligt het soms gecompliceerder. Vanwege onze onafhankelijkheid kunnen wij bijvoorbeeld niet warm doorverwijzen naar een met name genoemde advocaat of notaris. Maar ook daarvoor zijn oplossingen mogelijk, zeker als beroepsorganisaties samenwerken. Voor die samenwerking is tijdens het seminar een mooie basis gelegd.
Door samen te doen, kunnen wij als deurwaarders onze rol als voelsprieten van de rechterlijke macht en de maatschappij nog steviger pakken en zo een grote groep mensen verder helpen.