Juridisch nieuws

Vordering artikel 479p lid 1 Rv. Gevorderde verbod of afkooop levensverzekering afgewezen. Geen onredelijke benadeling. Verzorgingskarakter en enige aanspraak niet aannemelijk. Ophefffen beslag en schorsen executie ook afgewezen.

Vordering tot betaling van de huurachterstand. Het in artikel 13 lid 1 Deurwaarderswet BES neergelegde verbod voor deurwaarder om als gemachtigde op te treden in zaken boven een daarvoor bepaalde waarde en onbepaalde waarde.

Weigering gemachtigde in kantonprocedure wegens ernstige onbekwaamheid ex art 81 Rv.

Onvoldoende betwisting ontvangst en inhoud zorgkostennota’s, onjuiste BRP-registratie blijft voor risico appellant, verzuim ingetreden, geen verjaring.

Ontruiming in kort geding toegewezen. De sociale huurwoning is drie maanden gesloten vanwege de aanwezigheid van hard- en softdrugs in de woning. Verhuurder heeft de huurovereenkomst buitengerechtelijk ontbonden op grond van artikel 7:231 lid 2 BW. De door huurder aangevoerde omstandigheden zijn niet zo uitzonderlijk dat ontbinding in dit geval naar maatstaven van redelijkheid en billijkheid onaanvaardbaar is. Daarbij weegt het belang van de verhuurder bij ontruiming zwaarder dan het belang van de huurder bij behoud van de woning.

Kort geding. Vereffenaar nalatenschap vordert ontruiming appartement door gedaagde. Toewijzing vordering. Gedaagde heeft geen recht om in het appartement te verblijven en moet het appartement binnen zes weken na betekening van het vonnis verlaten.

De rechtbank verleent verstek tegen de niet verschenen gedaagde en veroordeelt de gedaagde om aan eiser of the doen geven de auto op straffe van een dwangsom. De eiser vorderde de gedaagde om een auto aan hem afgegeven, die eiser aan gedaagde had geleased.

Ontruiming in kort geding toegewezen. De sociale huurwoning is drie maanden gesloten vanwege de aanwezigheid van hard- en softdrugs in de woning. Verhuurder heeft de huurovereenkomst rechtsgeldig buitengerechtelijk ontbonden op grond van artikel 7:231 lid 2 BW. De door huurder aangevoerde omstandigheden zijn niet zo uitzonderlijk dat ontbinding in dit geval naar maatstaven van redelijkheid en billijkheid onaanvaardbaar is. De belangen van de verhuurder bij ontruiming wegen zwaarder dan het belang van de huurder bij behoud van de woning, ook al heeft de huurder een omgangsregeling met haar minderjarige dochter.

Vordering Liander afgewezen. Eigenaar woning heeft tijdig aan sommatie in de dagvaarding voldaan om verdere rechtsgang te voorkomen. Liander had moeten intrekken. Kan niet de kosten van dagvaarding voor 'zij die verblijven' verhalen op eigenaar woning.

Vordering in kort geding tot ontruiming van een op de voet van artikel 7:271 lid 1 BW voor twee jaar gehuurde woning afgewezen omdat onvoldoende zeker is dat die vordering in een eventuele bodemprocedure zal worden toegewezen.