Schuldenwijzer is een platform dat mensen met schulden een eenvoudig, beveiligd en online inzicht geeft van de eigen schulden en daarbij horende informatie.
Juridisch nieuws
Art. 6:29 BW bepaalt dat de schuldenaar zonder toestemming van de schuldeiser niet bevoegd is het verschuldigde in gedeelten te voldoen. Dit betekent dat de rechter alleen met medewerking van de schuldeiser een betalingsregeling kan opleggen. Het kunnen opleggen van een passende betalingsregeling kan bijdragen aan het voorkomen dat schuldenaren (verder) in de financiële problemen raken. Art. 6:29 BW wordt daarom aangevuld met de mogelijkheid dat ook tegen de wil van een schuldeiser door de rechter een betalingsregeling kan worden opgelegd wanneer het op grond van de redelijkheid en billijkheid niet van de schuldenaar kan worden gevergd dat hij zijn vordering in één keer betaalt. Hierbij mag dan geen sprake zijn van onevenredige benadeling van de schuldeiser en dienen beide partijen zich over de regeling te kunnen uitlaten. De consultatieperiode loopt tot 14 september 2022. De KBvG is voornemens te reageren.
Dit rapport is opgesteld naar aanleiding van signalen (zoals de boodschappenaffaire) over knelpunten binnen de Participatiewet. Het rapport biedt een integraal overzicht met beleidsopties voor een wijziging van de Participatiewet. Al deze opties hebben tot doel bij te dragen aan bijstandsverlening waarbij vertrouwen en de menselijke maat leidende beginselen vormen. Dit om uiteindelijk situaties van onredelijke hardheid in de toekomst te voorkomen. Daarnaast is vereenvoudiging een belangrijk basisprincipe. Anderzijds wordt alertheid voor fraude en misbruik niet uit het oog verloren.
De Afdeling advisering van de Raad van State adviseert het voorstel aan te passen en nader toe te lichten dat de betekeningsverordening ruimte biedt voor de verlening van verstek in situaties waarin niet wordt voldaan aan de in de betekeningsverordening gestelde voorwaarden. Voorts wijst de Afdeling erop dat het voorstel bij een deel van de bepalingen geen toelichting bevat en adviseert de toelichting aan te vullen zodat deze zelfstandig leesbaar is.
De Afdeling wijst er onder meer op dat het wetsvoorstel bij een deel van de bepalingen geen toelichting bevat en adviseert de toelichting aan te vullen zodat deze zelfstandig leesbaar is.
Nota naar aanleiding van het verslag inzake wijziging van het Wetboek van Burgerlijke Rechtsvordering en enige andere wetten in verband met de vereenvoudiging en modernisering van het bewijsrecht. "Naar huidig recht is het proces-verbaal van constateringen een onderhandse akte waaraan vrije bewijskracht wordt toegekend. De Koninklijke Beroepsorganisatie van Gerechtsdeurwaarders (KBvG) heeft gepleit om het proces-verbaal van constateringen de status van een authentieke akte te geven zodat het tegenover iedereen dwingende bewijskracht heeft. Aan deze wens is in het wetsvoorstel gevolg gegeven. Het proces-verbaal van constateringen kan in bepaalde zaken een goedkoop en nuttig alternatief zijn voor een gerechtelijke plaatsopneming of bezichtiging. In het wetsvoorstel wordt het proces-verbaal van constateringen op drie plekken in de wet geregeld: in het voorgestelde artikel 207 Rv en in de artikelen 2 en 20 Gdw. Dit licht ik nader toe. Artikel 2, eerste lid, Gdw bevat een opsomming van ambtshandelingen van de gerechtsdeurwaarder. Daaraan wordt in een nieuw onderdeel f het proces-verbaal van constateringen toegevoegd, waarmee het als een ambtshandeling wordt aangemerkt en de status van een authentieke akte met dwingende bewijskracht krijgt. Voor waarnemingen vanaf de openbare ruimte, zoals het vastleggen van de hoogte van een heg of de vaststelling dat bouwwerkzaamheden plaatsvinden, is deze wettelijke grondslag toereikend. Dat is niet het geval voor waarnemingen op plaatsen die niet publiekelijk toegankelijk zijn, bijvoorbeeld de vaststelling van een bepaald productieproces of de vaststelling dat bepaalde goederen zich in een bepaalde ruimte bevinden. Voor die gevallen kan een belanghebbende partij de voorzieningenrechter om verlof vragen voor het doen van waarnemingen waarvoor een niet voor het publiek toegankelijke ruimte moet worden betreden. Dat is geregeld in het voorgestelde artikel 207 Rv. Het proces-verbaal van constateringen als bedoeld in dat artikel moet worden gezien als een processuele aanvulling op het proces-verbaal van constateringen in artikel 2 Gdw. Als de deurwaarder op grond van het voorgestelde artikel 2, eerste lid, onder f, Gdw een proces-verbaal van constateringen opmaakt, al dan niet na daartoe verkregen verlof van de voorzieningenrechter, is steeds sprake van een ambtshandeling die een authentieke akte oplevert."
Brief regering inzake het resultaat van de onderhandelingen tussen Raad en Europees Parlement over een richtlijn 'Toereikende minimumlonen in de EU'
Besluit van 1 juni 2022, houdende tarieven voor het vervaardigen van kopieën op verzoek op grond van de Wet open overheid. De tarieventabel is opgenomen in de bijlage bij artikel 2, eerste lid, van het besluit.
Besluit van 24 mei 2022 tot wijziging van enkele vervaldata van wettelijke voorzieningen die zijn getroffen in verband met de uitbraak van COVID-19. Artikel 1 van het besluit stelt het tijdstip van verval van de Tijdelijke wet COVID-19 Justitie en Veiligheid, met uitzondering van de artikelen 15 en 22, vast op 1 augustus 2022.
Voorstel van wet houdende regels ter bevordering van goed verhuurderschap en het voorkomen en tegengaan van ongewenste verhuurpraktijken
Memorie van toelichting inzake regels ter bevordering van goed verhuurderschap en het voorkomen en tegengaan van ongewenste verhuurpraktijken.