Zoeken in KBvG.nl

kbvg-emblem
Inloggen
kbvg-emblem
Heeft u schulden? Ga naar
18 mei 2022
ECLI:NL:TGDKG:2022:101

Vastgesteld wordt dat voor het rentebedrag geen titel bestaat. Het verweer van beklaagden dat de rente geen onderdeel is van het dossier en de mogelijke executie, maar vermeld is in een losse sommatie, voldoet niet. Het steeds weer ten onrechte opvoeren van het rentebedrag in de aanmaningen waarin ook de verschuldigde proceskosten zijn vermeld, leidt tot onduidelijkheid bij klaagster over wat betaald moet worden en voor welke bedragen een titel bestaat, en dus ook voor welk bedrag executiemaatregelen kunnen worden getroffen. De gerechtsdeurwaarder heeft daarmee in strijd met de zorgvuldigheid gehandeld.

BRONtuchtrecht.overheid.nl
18 mei 2022
ECLI:NL:TGDKG:2022:100

Beslissing op verzet. Oorspronkelijke beslissing over ministerieplicht en het (niet) plegen van valsheid in geschrifte blijft in stand.

BRONtuchtrecht.overheid.nl
18 mei 2022
ECLI:NL:TGDKG:2022:99

Artikel 45 lid 3 onder d Rv geeft als uitgangspunt de vermelding van het adres. De Hoge Raad heeft echter op 18 december 2020 (ECLI:NL:HR:2020:2101) bepaald dat als het ontbreken van het woonadres van een gedaagde in een exploot, bijvoorbeeld in het geval van een geheim adres, niet leidt tot een identificatieprobleem, de vermelding van het adres niet per se noodzakelijk is. De gerechtsdeurwaarder heeft gesteld dat alleen op grond van een zwaarwegend belang van het uitgangspunt neergelegd in artikel 45 Rv kan worden afgeweken. Klager heeft aangevoerd dat hij wel degelijk een zwaarwegend belang heeft op grond waarvan zijn adres geheim moet blijven. Dit belang is gelegen in de aard van zijn werkzaamheden: onderbewindgestelden kunnen zich agressief richting bewindvoerders gaan gedragen. Naar het oordeel van de kamer had de gerechtsdeurwaarder gelet op het arrest van de Hoge Raad en in aanmerking genomen het zwaarwegend belang van klager om zijn adres geheim te houden, ervoor moeten kiezen dit adres niet te vermelden in het exploot. Ook in het geval het exploot niet zou zijn doorgestuurd aan de onderbewindgestelde zoals in dit geval wel is gebeurd, heeft klager een gerechtvaardigd belang bij het niet vermelden van zijn adresgegevens in een exploot. Een (ex)onderbewindgestelde kan namelijk altijd een afschrift van een exploot opvragen bij een gerechtsdeurwaarder, waardoor die gegevens alsnog bekend kunnen worden bij die (ex)onderbewindgestelde. De kamer is dus van oordeel dat dit klachtonderdeel gegrond is.  [1] ECLI:NL:HR2020:2101

BRONtuchtrecht.overheid.nl
18 mei 2022
ECLI:NL:TGDKG:2022:98

Beslissing op verzet. De gerechtsdeurwaarder heeft zich gedragen als een goed gerechtsdeurwaarder betaamt aangaande het beslag op de AOW, alsmede het beslag op het vakantiegeld van klaagster. Verzet ongegrond.

BRONtuchtrecht.overheid.nl
18 mei 2022
ECLI:NL:TGDKG:2022:97

Klager beklaagt zich er onder meer over dat de gerechtsdeurwaarder de beslagvrije voet ten onrecht heeft gehalveerd. De gerechtsdeurwaarder heeft de beslagvrije voet gehalveerd omdat, ondanks een verzoek om informatie, geen informatie is ontvangen van klager en zijn partner over hun inkomsten en uitgaven. Dit is overeenkomstig de toentertijd geldende wet (vóór 2021). Niet gebleken is dat de gevraagde informatie is verstrekt aan de gerechtsdeurwaarder. Van tuchtrechtelijk laakbaar handelen is niet gebleken. Klacht ongegrond.

BRONtuchtrecht.overheid.nl
18 mei 2022
ECLI:NL:TGDKG:2022:96

Klacht (gedeeltelijk) gegrond. Maatregel: waarschuwing, geen proceskostenveroordeling. De afwikkeling van het eigen dossier en het dossier van de collega-gerechtsdeurwaarder hebben met onvoldoende spoed plaatsgevonden. De restitutie van hetgeen het UWV in april 2021 teveel had afgedragen heeft pas op 11 mei 2021 plaatsgevonden in plaats van op 23 april 2021. Klager is daar tevens onjuist over geïnformeerd door de gerechtsdeurwaarder.

BRONtuchtrecht.overheid.nl
18 mei 2022
ECLI:NL:TGDKG:2022:95

Klagers beklagen zich er onder meer over dat de gerechtsdeurwaarder – naast de andere (zeven) titels die hij heeft betekend – één titel heeft betekend die niet uitvoerbaar bij voorraad was verklaard. De kamer oordeelt dat de gerechtsdeurwaarder in goed vertrouwen gevolg heeft gegeven aan zijn ministerieplicht, nu hij de opdracht kreeg van een advocaat. Hij mocht er daarom op vertrouwen dat alle vonnissen die hij ten uitvoer diende te leggen, daarvoor vatbaar waren en dus dat tegen het niet uitvoerbaar bij voorraad verklaarde vonnis geen hoger beroep was ingesteld. De termijn voor hoger beroep was immers op 28 december 2020 (de dag van betekening) ruimschoots verstreken en als hoger beroep was aangetekend had de advocaat daarvan op de hoogte kunnen en moeten zijn. Hoewel de gerechtsdeurwaarder uit het oogpunt van zorgvuldigheid navraag hiernaar had kunnen doen, is van enig tuchtrechtelijk laakbaar handelen niet gebleken. Klacht ongegrond.

BRONtuchtrecht.overheid.nl
18 mei 2022
ECLI:NL:TGDKG:2022:94

Beslissing op verzet. Niet-ontvankelijk. Verzet te laat ingediend.

BRONtuchtrecht.overheid.nl
18 mei 2022
ECLI:NL:TGDKG:2022:93

Beslissing op verzet. Niet-ontvankelijk. Verzet te laat ingediend.

BRONtuchtrecht.overheid.nl
18 mei 2022
ECLI:NL:TGDKG:2022:92

Klacht gegrond. Maatregel: schorsing voor de duur van twee weken. De gerechtsdeurwaarders hebben erkend dat er (kortstondig) sprake is geweest van een bewaringstekort. Eveneens hebben de gerechtsdeurwaarders erkend dat er sprake is (geweest) van een dekkingstekort. De gerechtsdeurwaarders houden de resultaten van de normschending (lees: bedragen) herhaaldelijk tegen de zeer goede financiële gezondheid van de onderneming. Daarmee wekken de gerechtsdeurwaarders echter de indruk dat de normschendingen niet serieus (moeten) worden genomen en dat de voor de beroepsgroep geldende regels (op deze onderdelen) voor hen niet van toepassing zijn. Dit gedrag leidt tot willekeur en dat kan niet de bedoeling zijn. Eveneens kan het niet de bedoeling zijn de toezichthouder te onthouden van (potentieel) belangrijke informatie in het kader van haar onderzoek. Zeker daar waar het gaat om substantiële bedragen. Een enkele verklaring zonder daar enige (schriftelijke) onderbouwing voor aan te leveren is in dit geval onvoldoende. Zeker als de toezichthouder daar expliciet om verzoekt. De gerechtsdeurwaarders hebben de toezichthoudende taak van het BFT onnodig bemoeilijkt door niet voortvarend te voldoen aan haar verzoek. In potentie had het de gerechtsdeurwaarders een klachtonderdeel kunnen schelen.

BRONtuchtrecht.overheid.nl
schuldenwijzer
Heeft u schulden?

Schuldenwijzer is een platform dat mensen met schulden een eenvoudig, beveiligd en online inzicht geeft van de eigen schulden en daarbij horende informatie.

Inloggen