Zoals wel vaker in de vergelijking met advocaten en notarissen, ligt dat bij de deurwaarders essentieel anders. Crux is dat het voor de deurwaarders ondoenlijk is om over de grote hoeveelheden kleine bedragen op de derdengeldrekeningen van gerechtsdeurwaarders, kosten door te berekenen aan de cliënten. De administratieve handelingen die daarmee gepaard gaan wegen niet op tegen de kosten die doorberekend moeten worden.
De gerechtsdeurwaarders willen niet opdraaien voor deze bankkosten, zij zijn immers alleen beheerder van de derdengeldrekeningen. De KBvG heeft geprobeerd dat via de Nederlandse Vereniging van Banken uitgelegd te krijgen aan de banken, hetgeen de NVB niet tot haar taak rekende. Daarom heeft het ministerie van Justitie en Veiligheid toegezegd dat gesprek met de NVB nog eens te willen voeren.